Onze premier heeft indruk gemaakt met zijn toespraak op 16 maart. NRC prijst hem om zijn ‘urgentie, gezag, realisme, maar ook compassie’, Volkskrant stelt voorzichtiger dat hij ‘eindelijk de juiste toonzetting heeft weten te vinden.’
Dat ligt deels aan de inhoud van zijn toespraak en – weten we inmiddels – aan de krachtige symbolen die hij in zijn kantoor heeft opgesteld. Maar vooral aan zijn presentatie.
Waarom ervaren we hem eigenlijk als urgent? Waaruit blijkt gezag? Waarom zijn we tevreden met zijn toonzetting?
We kijken naar een belangrijk aspect van Rutte’s sprekerschap dat bijdraagt aan onze ervaring van een goede spreker. Want toegegeven: hoe doet het lang niet slecht.
Het effect van nadruk
Wat vooral opvalt is zijn gebruik van nadruk (check ook ons vlogje).
Nadruk geven is een combinatie van een aantal technische ingrepen in je manier van spreken. Ingrepen als: harder spreken, je publiek strakker aankijken, een accent geven in je houding (zoals rechtop zitten of juist naar voren buigen), handgebaren, beklemtoning, vertragen of versnellen in tempo, stiltes laten vallen etcetera.
Een combinatie van die ingrepen telt op tot nadruk. Je hebt ze niet allemaal tegelijk nodig om nadruk te geven, dat zou te overdreven zijn. Probeer maar eens!
Wat is het effect van nadruk? Het stuurt onze aandacht als publiek naar specifieke woorden of zinsneden. Deze worden eruit gelicht omdat ze contrasteren met de rest van de zin. Denk even aan de ingrepen van hierboven: elke ingreep licht er iets uit. Zoals een sirene tussen het verder gelijkmatige verkeersgeluid of een meisje in een rode jurk tegen een zwart-witte achtergrond.
Contrasten trekken de aandacht. En dat is nuttig, want je wil de aandacht van je publiek hebben op díe gebieden die jij belangrijk vindt. Of waarvan jij vindt dat wij ze belangrijk moeten vinden, zoals – ik zeg maar wat – dat we een volwassen en trots volk zijn.
Hoe premier Rutte gebruik maakt van nadruk
Rutte is bijzonder royaal met zijn gebruik van nadruk. Ongeveer élke zin, heeft óm de paar wóórden, wel een knikje, en een volúmestijging. Let maar eens op, bijna zonder uitzondering benadrukt hij:
1. Door te knikken.
2. Door stiltes te laten vallen
3. Harder te spreken, met name in de klemtonen
Zijn knikgedrag komt bijzonder goed over omdat het contrast met zijn basishouding zo sterk is. Een vrij minimale beweging met het hoofd, maar toch opvallend omdat zijn postuur verder zo neutraal is.
Zijn handen lijken aan zijn bureau gespijkerd, zijn torso lichtjes naar voren, zijn schouders ontspannen.
Zijn stiltes zijn afgemeten en gekozen.
Stiltes hebben het inherente effect ruimte te geven aan emotie.
Ze laten zien dat het hem raakt. Bij compassionele onderwerpen, zoals de getroffen slachtoffers, bouwt hij er een paar extra in. En juist daarin schuilt zijn vakmanschap: Rutte laat zien dat hij controle heeft en op gekozen momenten – momenten die nadruk verdienen – bewust de keuze maakt te bewegen. Een stilte te laten vallen. Een woord eruit te lichten. Wij zien iemand met controle. Iemand die de touwtjes in handen heeft. Iemand met gezag. En we vergeven hem meer dan anders zijn overmatig gebruik van nadruk: deze situatie verdient nou eenmaal alle aandacht. Zijn toonzetting klopt. En ervan uitgaande dat een minister president uitsluitend speecht over zaken van groot belang, zal hij goed getraing zijn in deze bijzonder technische manier van spreken. Een bedreven boodschapper van urgentie.
Altijd nadruk is geen nadruk
Iets meer variatie in zijn manier van nadruk geven had van ons wel gemogen. Al is de inhoud nog zo belangrijk, wij zijn z’n toon op een gegeven moment wel een beetje zat. Door de techniek soms even los te laten of er juist (zeer technische) andere stijlen tegenover te zetten. Een wat lichtere, of eentje met meer variatie in de momenten van nadruk.
Nadruk is goed, maar als je alles nadruk geeft, heeft eigenlijk niks nadruk. Omdat we dan als publiek alsnog niet doorhebben welke woorden belangrijk zijn en welke niet.
Wij vinden het dan ook haast ontroerend, wanneer Rutte spreekt over ondernemers die met hun rug tegen de muur staan. Hij valt even uit zijn harnas en beweegt – net als de ondernemers – met zijn rug voor twee seconden naar een denkbeeldige muur.
Typisch wel dat hij juist op dat moment, voor heel even, echt geraakt lijkt.
Wil je meer lezen over presenteren? Elke donderdag zetten wij een nieuwe blog online waarin we telkens een ander aspect van presenteren belichten. Lees ook onze eerdere blogs over online presenteren 1 en 2, en onze technische tips voor presenteren op video.
Wil je zelf leren om nadruk te leggen? En net zo goed te leren presenteren als Rutte? Neem contact met ons op, wij helpen je om een betere (online) presentator te worden.
Geef een reactie