Tijdens het spreken hoor je wel eens dat je hard praat, maar dat heb je zelf niet altijd door. Hoe zorg je ervoor dat je niet te overweldigend overkomt?
Iedereen heeft een verschillende norm wat betreft volume, intensiteit in contact, tempo: allemaal onderdelen die samen optellen tot overweldigend overkomen. Wat moet je dan niet doen? Jezelf inhouden. Dat vreet energie en voelt onbevredigend. En vaak werkt dit ook niet.
Om te begrijpen wat je nodig hebt om wél een stap te zetten nemen we één onderdeel van overweldigend overkomen: volume.
Die norm die voor iedereen anders is, die noemen we een zeró. Komt uit de mime (google: mime corporel). Ook wel je nulpunt. Niet te hard, niet te zacht, normaal. Als jij onbewust bent van je zeró zijn al je variaties (iets harder, eens stuk zachter, 20% luid, 70% zacht) ook onhelder.
Is jouw zeró 30% harder dan wat je omgeving ervaart als zeró en denk jij dat je 20% zacht praat, denkt je omgeving nog steeds: ‘zo, tikkie (10%) luid.’ (zie ook het plaatje hieronder)
Dus: voordat je jezelf allerlei opdrachten gaat geven zoals ‘zachter praten’, ‘minder doen’ of ‘rustig blijven’ is het eerst nodig om te weten waar je nulpunt zit. En dat nulpunt af te stemmen op de ervaring van je luisteraars. Dat jouw zeró ook hun zeró is.
Vanuit daar kun je dan gaan oefenen met variaties. Die zijn dan ook helder.
De zeró hoef je niet alleen toe te passen op spreken. Het is op allerlei gebieden te gebruiken! Denk aan houding, tempo, hoe-hard-je-je-best-doet, enthousiasme, noem maar op.
Geef een reactie