Voor ons klonk het ontzettend logisch: Maarten cabaretier en ik mimer, ontwikkelen we samen een presentatietraining, zijn al onze bases covered. Cabaretiers weten alles van praten, mimers van bewegen.
Moeten we wel nog even iedereen uitleggen dat een mimer niet hetzelfde is als een pantomimer. Want ik sta niet met een zwart-wit gestreept shirt in een onzichtbare doos roosjes uit te delen op de Dam.
En uitleggen wat dan precies de toegevoegde waarde van een bewegingsexpert is, want presenteren is toch vooral spreken?

Daarom vandaag een stukje keiharde mime-techniek. Dat, zul je merken, eigenlijk heel alledaags en herkenbaar is voor velen. En ongelooflijk belangrijk als je presenteert. Ik heb het over de ‘Zéro.’ De nul. Een niks. Een neutraal. Evenveel van beiden zodat het uitbalanceert. De basis.

“Mime is een theatervorm die begint bij het lichaam en de eigenheid van de maker. Etienne Decroux, grondlegger van de mime corporel, formuleert de ‘zéro’, de neutrale staande lichaamshouding, als uitgangspunt van alle beweging. Gewoon staan dus. De zéro is het persoonlijk beginpunt van iedere mimespeler.”
-Erica Smits

We interpreteren het eerst letterlijk. Als een mimer in zéro staat, staat hij stil. Niet verstijfd, uitgeput of popelend om te vertrekken: hij staat stil. Een docent aan mijn toneelschool beschreef het als het gevoel dat je hebt wanneer je aftelt en de tijd stilzet nét op het moment tussen stilstand en beweging. “Drie, twee, één, go!” En dan ergens tussen ‘één’ en ‘go!’. Er gebeurt nog niets maar ieder moment kan er wat gebeuren. De blik op het gezicht van de mimer is als ‘de echo van een glimlach.’ Neutraal kijken wordt eerder boos en is dus verre van neutraal. Het is een ware kunst een houding te vinden die werkelijk niets communiceert.

Naast de letterlijke uitleg van de zéro kun je het ook figuurlijk interpreteren. Dan kennen we de volgende wat algemenere eigenschappen toe aan de zéro:

  • Neutraal, het betekent op zichzelf niks. Dat is bijvoorbeeld niet monotoon, want dat zou saai betekenen.
  • Het kost geen energie want het is in balans. Denk aan twee even dikke kinderen op een wipwap: die blijft gewoon in het midden staan zonder dat ze wat doen.
  • Het is een basis waarop kan worden uitgebouwd. Een blank canvas: alles is nog mogelijk, elke kleur tekent zich af tegen de witte achtergrond.

Nu kunnen we onze zéro ineens op allerhande zaken plakken. Een zéro in volume bijvoorbeeld? Niet te hard, niet te zacht, verstaanbaar. Of een zéro in tempo: zelfde verhaal. Maar wat dacht je van een zéro in hoe hard iemand zijn best doet op het podium? Een zéro daarin:

  • Ziet het publiek als iemand die de moeite doet (energie investeert) passend bij zijn verantwoordelijkheid als presentator. Geen uitslover, geen slappe aanwezigheid, neutraal.
  • Het kost de presentator zelf niet té veel energie, hij is dus niet overmatig uitgeput na de presentatie. Als je niet weet waar je zéro zit knal je bijvoorbeeld elke presentatie blind in en ben je achteraf kapot. Herkenbaar?
  • En hij weet waar de basis is. Waar vanuit hij wat enthousiaster, groter en meer kan geven om vervolgens weer terug te keren naar zijn zéro. Misschien zet hij even een intiemer sfeertje neer en verkleint hij wat in zijn stijl, om vervolgens weer terug te keren naar een zéro.

En zo is de zéro als techniek ineens ontzettend relevant geworden voor sprekers. Een goede zéro helpt je in je geloofwaardigheid en authenticiteit als spreker, een messcherpe, bewuste manier van communiceren en een energiehuishouding die vol te houden is als je vaker voor een groep staat. Klopt je zéro niet, dan mis je een sterke basis waar je altijd op terug kunt vallen. Anders gezegd: als je basis niet helder is, is iedere variatie daarop dat ook niet. Denk jij dat je hard praat omdat je een argument wat kracht mee wilt geven, blijkt je zéro zachter te zijn dan ‘ie zou moeten zijn, hoort je publiek iemand die op een normaal volume spreekt.

Ken je mime-techniek. Oefen je zéro.

Ik ben heel benieuwd of jullie het interessant vinden soms wat van mij te horen over mime en hoe wij dat gebruiken in onze trainingen. Dan schrijf ik nog eens wat op, want ik ben er nog lang niet over uitgepraat.